Trees for All zet zich in om het mooie Fryslân nog groener te maken. Samen met de Friese Milieufederatie en Landschapsbeheer Friesland planten we in totaal 92.000 nieuwe bomen en struiken. We doen dit op het land van particuliere grondeigenaren, verspreid over 48 dorpen en steden in de provincie.

De aanplant van nieuwe bomen en struiken is belangrijk om de unieke Friese landschappen te behouden en te versterken. En daarmee ook het leefgebied van talloze planten en dieren! Met dit project dragen we bovendien een boompje bij aan een groener agrarisch gebied én aan milieuvriendelijke landbouw.

Zo maken we letterlijk onze naam waar: bomen voor iedereen. Of op z’n Fries gezegd: Beammen foar Elkenien!

Waarom het zo belangrijk is om landschapselementen te herstellen

  • Ze geven een landschap een uniek en streekeigen karakter. Wat zijn de Friese Wouden zonder elzensingels? In al die landschapselementen zit bovendien een hoop cultuur en geschiedenis verborgen, die verloren gaat als we de natuur niet herstellen.
  • De bomen en struiken zijn het leefgebied van talloze planten en dieren, zoals ringmussen, boerenzwaluwen, kerkuilen, vleermuizen en insecten. Zij vinden hier beschutte plekjes, voedsel en een plek om zich voort te planten. Bovendien gebruiken dieren de landschapselementen om van het ene naar het andere gebied te trekken. Egels verplaatsen zich bijvoorbeeld via boerenerven van de ene naar de andere plek.
  • Landschapselementen dragen bij aan milieuvriendelijke landbouw. Ze trekken namelijk roofsoorten aan: dieren die plagen op een natuurlijke manier bestrijden. Denk daarbij aan vleermuizen, vogels of sluipwespen die de eikenprocessierups eten. Dankzij roofsoorten zijn er minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Beter voor de portemonnee van de boer en voor het klimaat!
  • Landschapselementen dragen bij aan een gezonde leefomgeving. De bomen en struiken slaan CO2 op en vangen stikstof en fijnstof af. Ook houden ze water vast en zorgen ze voor zuurstof, schone lucht en voedsel.

In het Nationaal Park Sebangau in Centraal-Kalimantan vind je één van de laatst overgebleven veenmoerasbossen op het eiland Borneo. In dit unieke gebied komen duizenden bijzondere dieren en planten voor, waaronder de ernstig bedreigde orang-oetan. Ook is het gebied een wereldwijd belangrijke opslagplaats van koolstof.

Een groot deel van Sebangau is in 2015 verwoest door een bosbrand. Ook is de grond uitgedroogd door illegale houtkap in het verleden. Daardoor wordt het leefgebied van talloze dieren, bomen en planten steeds kleiner. Bovendien dreigen er door de verdroging enorme hoeveelheden koolstof in de atmosfeer te komen.

Gelukkig heeft het Nationaal Park Sebangau inmiddels de status van beschermd gebied. En met jouw hulp kunnen we het tropisch bos weer herstellen!

Waarom is het nodig om op Borneo bomen te planten?

In 2015 is door een enorme bosbrand 18.000 hectare van het Nationaal Park Sebangau verwoest. Omgerekend zijn dat ruim 36.000 voetbalvelden aan bos. Waar brand is geweest, groeit alleen nog een laag varens en grassen. Om de natuur weer op gang te helpen, planten we een mix van bomen die er van oorsprong thuishoren. Deze bomen zorgen voor schaduw, waardoor de varens en grassen verdwijnen. Zo kan het bos zich weer herstellen. En dat is belangrijk voor een beter klimaat en gezonde leefomstandigheden voor mens en dier!

Belangrijke plek voor koolstofopslag

In Sebangau groeit een bijzonder veenmoerasbos. Dit type bos staat vaak lange tijd onder water, waardoor er een dikke laag veen ontstaat. Door de eeuwen heen zijn in het veen enorme voorraden koolstof vastgelegd. Zo’n veengebied is dus eigenlijk een natuurlijke koolstofput.

Maar door de vernietiging van veenbossen komt al deze koolstof vrij. In plaats van opslagplaats, verandert het bos in een emissiebron. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij bosbranden, ontbossing voor houtwinning of het omzetten van bos in landbouwgrond. Door het bos te herstellen en te beschermen proberen we het tij te keren: we verminderen de koolstofuitstoot en bestrijden klimaatverandering.

Bescherming van bedreigde diersoorten

Ook is het Nationaal park Sebangau een thuis voor vele bomen, planten en diersoorten die elders bedreigd worden. Denk aan neusapen, witbaardgibbons, neushoornvogels en luipaarden. Maar het meest bijzonder is wel de populatie Borneose orang-oetans die in de bossen van Sebangau leeft: in totaal zijn het er zo’n 5.800 dieren. Zoals de naam al verklapt, komt deze soort alleen voor op dit eiland en nergens anders ter wereld.

De roodharige mensapen brengen het grootste deel van hun leven door in de bomen. Daarbij leggen ze lange afstanden af in het bos op zoek naar vruchten, bladeren en boomschors. Tijdens deze ontdekkingstochten verspreiden orang-oetans de zaden van planten. Hiermee dragen ze bij aan de diversiteit van de planten en bomen in Sebangau.

Wat gaan we op Borneo doen?

We gaan 100.000 bomen planten. Op de veengrond die door bosbranden is verwoest, planten we een mix van inheemse boomsoorten die van nature in het gebied voorkomen. De komende jaren gaan we de aanplant flink uitbreiden om goed bosherstel mogelijk te maken.

Zo zorgen we samen met alle donateurs van Trees for All voor een groene en gezonde aarde voor iedereen. Doe je ook mee?